Mengel- en tooneel poezij. Amsterdam, Gartman & Van der Hey, 1818-1821 [3 van 5 delen]

Aan de gedichten in het eerste deel gaat een uitgebreide verhandeling vooraf over spelling, woordgeslachten en grammaticale kwesties, waarbij Wiselius in de meeste gevallen de zijde van Bilderdijk blijkt te kiezen, met wie hij inmiddels goed bevriend was geraakt. Na twee delen met gedichten volgt in de de delen III, IV en V het toneelwerk, in totaal acht stukken die alle met succes op het toneel zijn gebracht, waarmee Wiselius kan worden beschouwd als de belangrijkste Nederlandse toneelschrijver van zijn tijd. In deel III, het enige hier aanwezige deel met toneelspelen: het toneelspel in proza ‘Walwais en Adelheid’ (bij de eerste uitgave in 1812 nog ‘Valvaise en Adelaïde’ getiteld), het uit het Frans vertaalde treurspel ‘Hektor’ van Luce de Lancival en het oorspronkelijke treurspel ‘Polydorus’. Door een fout van de zetter ontbreekt in het eerste deel het K-katern, meldt Wiselius in een naschrift. De betreffende gedichten zijn aan het eind als O-katern toegevoegd.