Gereformeerde en geamplieerde stadt-reght van Zutphen. Zutphen, wed. J. van der Spyck [1742]. [met:] Reglement op de wesecamer binnen de stadt Zutphen, etc. Zutphen, wed. J. van der Spyck, [1742]. [met:] Publicatie [van stadsbestuur Zutphen betr. een ampliatie op art. 16 en 23 van het weeskamerreglement van 1742, dd. 14-2-1756]. Zutphen, 1756.

Volgens aantekening op schutblad door Maria Helena Cath. Essink geb. Van Basten Batenburg dd. 1860 is het boek afkomstig uit het ‘stamhuis’ van wijlen J.H.A. van Basten Batenburg, arts en burgemeester te Lichtenvoorde, geb. Groenlo 12-5-1792. De toelichtende en aanvullende aantekeningen zijn kennelijk van de hand van J.H.A. van Basten Balenburg. Hij schrijft regelmatig over het ‘advys boeck van oom Basten’ en licht ook dingen toe aan de hand van de praktijk in Groenlo. Soms begint een aantekeing met ‘In mijn opinie …’. De geschreven aantekeningen overtreffen ruimschoots de hoeveelheid gedrukte tekst. Op twee losse inliggende bladen met aantekeningen staan op de achterzijde concepten voor akten. Een betreffende onroerend goed te Groenlo en de ander betreffende een regeling tussen Hendrik Gesink en Gerrit Huiskes betreffende het plaatsje Huiskes te Aveld, onder Borculo. Het boek lijkt een belangrijk document voor de juridische praktijk in de Achterhoek in de 18de- en 19de- eeuw. In het archief van de Batenborgh Stichting te Groenlo, collectie B.M.A. Batenburg, bevindt zich onder nr. IC 113 een dergelijk handschrift van dr. Johan H. van Basten (1712-1793), maar nu met commentaar op de landrechten van Zutphen uit 1655. Dit zal het ‘advys boeck van oom Basten’ zijn, waarnaar J.H.A. van Basten Batenburg regelmatig verwijst.