[De Gids. Nieuwe Vaderlandsche Letteroefeningen. Amsterdam, G.J.A. Beijerinck, 1838.]

Het mengelwerk van de eerste jaargang van ‘De Gids’, het tijdschrift dat vanaf zijn oprichting in 1837 voor grote opschudding zorgde onder letterkundigen – en hen die daarvoor door wilden gaan – door zijn welgefundeerde, diepgravende kritieken, aanvankelijk van Potgieter en Bakhuizen van den Brink, later vooral van Busken Huet. Elke maandelijkse aflevering bestond uit een deel boekbeoordelingen en een deel mengelingen (proza en poëzie). Dit deel bevat Bakhuizens omvangrijke cultuurhistorische studie ‘Vondel met roskam en rommelpot’, verder vertalingen door Potgieter van fragmenten van de ‘Pickwick Papers’, waardoor de Nederlandse lezer voor het eerst kon kennis maken met werk van Charles Dickens (de gravures van J.P. Kaiser zijn gemaakt naar de oorspronkelijke illustraties van Phiz) en het later in de ‘Camera Obscura’ opgenomen opstel ‘Vooruitgang’ van Nicolaas Beets.