De Amsteldamsche schouwburg. Aan den derden Kato. In Latijnsch liergedigt beschreeven door Amstelophilus en op gelyke wyze in het Nederduytsch overgebragt door *******. [z.p.], [z.n.], [1738].

Amstelophilus was het pseudoniem, waarvan Pieter Burman Secundus (Amsterdam 1713 – Amsterdam 1778) zich bij deze gelegenheid bediende. Hij noemde zich aanvankelijk Junior en later Secundus (de tweede) om zich te onderscheiden van zijn geleerde gelijknamige oom, door wie hij na de dood van zijn ouders werd opgevoed. Evenals deze studeerde hij letteren en rechten en maakte hij naam als filoloog, historicus en Neolatijns dichter, maar beroemd – en bij de orthodoxe predikanten berucht – werd Burman vooral als heer van Santhorst, het landgoed bij Wassenaar waar een vriendenkring van staatsgezinden jarenlang bijeenkwam en dat zo een centrum werd van godsdienstige tolerantie en politieke veranderingsgezindheid. Aanleiding tot het schrijven van deze Latijnse ode, waarvan de vertaler niet bekend is, vormde het eeuwfeest van de Amsterdamse schouwburg, dat in 1738 werd gevierd. Burman was toen nog hoogleraar in Franeker, in 1742 werd hij benoemd aan het Amsterdamse Athenaeum Illustre.