Aanleiding tot de uiterlijke welsprekendheid, op den kansel, voor de balie, in ’t bijzonder leezen, doch voornaamlijk op het tooneel. Amsterdam, Izaak Duim en Wed. Kornelis van Tongerlo en zoon, 1766.
€425,00
Net als zijn broer Cornelis, die houtmakelaar was, maar ook beeldend kunstenaar, directeur van de Amsterdamse Tekenacademie en kunstverzamelaar, had Jacob Ploos van Amstel (1735 – 1784) zeer uiteenlopende interesses. Na korte tijd in Amsterdam als arts te hebben gewerkt, ging hij zich toeleggen op de lettergieterij; hij was medeoprichter van het dichtgenootschap ‘Diligentiae omnia’ en lid van het algemeen culturele genootschap ‘Concordia et libertate’. Hij publiceerde over zo uiteenlopende onderwerpen als het lettergieten, de dichtkunst van Horatius, de grondslagen van de sterrenkunde en het karakter en de lotgevallen van Hugo de Groot. Deze ‘Aanleiding (= handleiding) tot de uiterlijke welsprekendheid’ handelt hoofdzakelijk over het toneelspel en is een gedeeltelijke vertaling en aanvulling van ‘Le comédien’ van Pierre Rémond de Sainte Albine (1747), ‘Traité du récitatif’ van Jean Léonor de Grimarest (1707) en een gedicht van Luigi Riccoboni (1731). Een in het voorwoord aangekondigd tweede deel is hoogstwaarschijnlijk nooit verschenen.
Op voorraad