Beschrijving
1770, 11 mei Gedicht ondertekend: Jan Hudde Dedel (vader van de bruid). Zinspelingen op het feit dat zij slechts één zoon kregen, een zoon die zij in Utrecht tweemaal de prijs zagen winnen, op het overlijden van zijn vader, twee zusters en een broer, op tegenspoed ‘in het koopkantoor’, op het ‘afstaen’ van zijn ambt t.g.v. oproer in Amsterdam, op de kinderziekte die bijna man en zoon opeiste, op de dode zoon recentelijk door schoondochter gebaard. Nieuweboer: KBH, GAA