Gedachten en beelden. 2e druk. Amsterdam, G.J.A. Beijerinck, 1832.

Bespiegelingen van de lutherse predikant Lublink Weddik (Amsterdam 1801 – Utrecht 1862), eerst in 1831 in vier afzonderlijke stukken verschenen. Ze vielen erg in de smaak: in 1833 volgde een derde druk en in 1851 nog een herdruk als ‘Oudoom Jakobs gedachten- en beeldenboek’. “Oudoom Jakob” was het pseudoniem dat Weddik gebruikte in zijn briefwisseling met de predikant-schrijver O.G. Heldring die zelf met “Pachter Gerhard” tekende. Hun correspondentie – “werkelijk alzoo geschreven en behoorlijk over den post verzonden” – werd in 1837 gepubliceerd onder de titel ‘Waarheid en Gevoel in het Leven’. Bakhuizen noemde de ‘Gedachten en beelden’ in een herdenkingsartikel in de ‘Nederlandsche Spectator’ “rijk aan poëzie, rijk aan fijn gevoel en zeer dikwijls keurig van uitdrukking”. Jongejan spreekt van Lublink Weddiks “meditatieve humor” in de trant van de Duitse schrijvers Matthias Claudius en Jean Paul (Richter). In 1844 richtte de predikant-letterkundige samen met K.N. Meppen het maandblad ‘De Tijdspiegel’ op, dat volgens het prospectus zich ten doel stelde “op humoristische toon, door ernst en scherts, de verschijnselen op staats-, kerkelijk en letterkundig gebied te weerspiegelen”. Het blad heeft tot 1921 bestaan.